Helemaal alleen…..?

Mevrouw is opgenomen in het ziekenhuis waar zij warme zorg krijgt, de zorg die zij nodig heeft op haar hoge leeftijd en haar ziektebeeld. Ze is terminaal. Nu ligt ze thuis, alleen.

Als thuiszorgverpleegkundige is het deze nacht mijn taak om twee keer bij haar thuis te controleren of alles goed is. Haar keuze verbaast me, naar huis willen, helemaal alleen?
Als ik met behulp van het sleutelkastje de eerste keer binnenkom in haar huis, ligt zij intens tevreden met een glimlach om haar mond op haar bed. Met twee dikke poezen aan weerszijden van haar hoofd, twee even grote  poezen liggen aan haar voeteneind. De poezen kijken verbaasd op als ik binnenkom.

Ik vraag aan mevrouw of alles goed gaat. ‘Ja’, zegt ze heel zacht, ‘heel goed’, …. en ze kijkt naar de poezen. Ik ga weer….

Als ik een paar uur later voor de volgende controle kom, is mevrouw overleden, in het bijzijn van haar dierbaren.
Ik begrijp de keuze van mevrouw.

A.